De overheid zoekt naar oplossingen voor wensen en eisen uit de samenleving. Zij doet dit echter steeds binnen bestaande structuren en werkwijzen. Zonder wezenlijk iets te veranderen, stapelen zich regels op regels. De Rijksoverheid heeft de afgelopen jaren ook steeds meer taken verlegd naar decentrale overheden en publieke dienstverleners. Dit proces, bedoeld om beleid dichter bij de burger te brengen, heeft bijgedragen aan een groeiende complexiteit van regels. Schrijnende situaties in de samenleving zijn het gevolg van vooral botsende verantwoordelijkheden. Daarbovenop komt de vergrijzing, waardoor het meer en meer ontbreekt aan voldoende menskracht. Kortom: de ‘overheidsburn-out’ die in eerdere trendanalyses werd omschreven, heeft zich verder verdiept. De overheid heeft zichzelf in de houdgreep en de consequenties zijn steeds meer voelbaar.
Botsende verantwoordelijkheden
De manier waarop de overheid is georganiseerd sluit niet altijd aan bij de leefwereld van mensen. Straatarts Michelle van Tongerloo bestudeerde het dossier van een dakloze moeder met twee kinderen die zich bij haar meldde. Ze constateerde dat meer dan 100 medewerkers van verschillende instanties en organisaties zich met de situatie van de vrouw bemoeiden. “Tientallen ambtenaren waren druk bezig te schrijven over haar zelfredzaamheid, maar niks hielp, zodat deze moeder het zelf moest uitvogelen.” Haar conclusie is helder: “De patiënt speelt geen hoofdrol in ons zorgsysteem. Digitale systemen nemen veel tijd in beslag en zorgen voor extra werkdruk, terwijl dit de mensen in de praktijk niet helpt.”
Bestuurskundige Paul ’t Hart bevestigt dit: “We krijgen steeds meer te maken met vraagstukken die niet in hokjes passen. Dat vereist meer interdisciplinaire samenwerking. We zijn veel pleisters aan het plakken om die samenwerking te organiseren, bijvoorbeeld door ambtenaren bij elkaar te zetten. Dat gaat dwars door institutionele grenzen heen, waar de overheid niet altijd goed raad mee weet. Dat merk je aan knelpunten die ontstaan rond verantwoordelijkheden, budgetten en verantwoording afleggen.”
Doelmatigheid onder druk
Bij de uitvoering van beleid lijkt de nadruk te liggen op naleving van regels, en minder op het daadwerkelijk behalen van maatschappelijke doelen. Professionals besteden een groot deel van hun tijd aan administratie, wat hun handelingsvrijheid en effectiviteit beperkt.
Het complexe en versnipperde inkoopbeleid bij de Rijksoverheid is hier een voorbeeld van. De Algemene Rekenkamer raadt aan om “de ingewikkelde en strikte eisen en vormgeving vanuit de regelgeving aan te pakken, het inkoopbeheer structureel te verbeteren en te voorkomen dat de uitvoering vastloopt of vertraagt.” het is zaak de lopende verbeteracties te versnellen en het stelsel te vereenvoudigen. Ook is uniformering nodig van de inrichting van het stelsel, de systemen en de procedures.
Het rapport ‘De deskundige overheid’ van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) uit juli 2025 vat de overheidsburn-out als volgt samen: “Een lange reeks rapporten van adviesorganen, de Algemene Rekenkamer en parlementaire onderzoeken wijst in dezelfde richting. De complexiteit van de door overheden zelf gecreëerde stelsels en regels is ze een blok aan het been geworden. Het probleem van de vele handen manifesteert zich volop: niemand overziet soms nog het geheel of de controle erover, en niemand voelt zich eindverantwoordelijk.
Arre Zuurmond, voormalig regeringscommissaris Informatiehuishouding, pleit in zijn rapport ‘Dwars door de Orde’ voor een fundamentele transformatie: een omwenteling naar een proactieve, responsieve overheid die werkt vóór haar inwoners. “Ik zie mensen bij de overheid die veel te hard werken. Directeuren met onverantwoord volle agenda’s. Omdat er zoveel nodeloze handelingen zijn, moet het in de praktijk wel fout gaan. De meeste ambtenaren willen het goede doen, maar ze zijn druk bezig met zaken die helemaal geen oplossingen bieden.”
De overheid heeft zichzelf in de houdgreep en de consequenties zijn steeds meer voelbaar
Beeld: DPC
Decentrale uitdaging
De toenemende complexiteit, verantwoordingsplicht en werkdruk spelen ook tussen overheden onderling. De Rijksoverheid heeft de afgelopen jaren steeds meer taken verlegd naar decentrale overheden en publieke dienstverleners om beleid dichter bij de burger te brengen. Dit proces heeft echter geleid tot een groeiende complexiteit van regels en een wirwar aan verantwoordelijkheden en verantwoording, waarbij niet altijd is voorzien in voldoende budget.
Het Rijk ondersteunt gemeenten en provincies bij de uitvoering van beleid via specifieke uitkeringen (SPUKs). Het aantal uitkeringen is de afgelopen jaren sterk toegenomen: in 2023 ging het om 153 SPUKs (goed voor € 18,3 miljard), in 2024 steeg dat aantal naar 185. Deze uitkeringen gaan vaak gepaard met gedetailleerde voorwaarden en verantwoordingsverplichtingen, wat de beleidsruimte van lokale overheden kan beperken. Gemeenten en provincies besteden hierdoor relatief veel tijd aan administratieve processen en dat gaat ten koste van de ruimte voor lokaal maatwerk en oplossingen voor maatschappelijke problemen van hun inwoners.
Op termijn is het de bedoeling het aantal SPUKs terug te dringen of om te zetten in (reguliere) fondsuitkeringen. In de praktijk blijkt dit echter complex, ook doordat sommige wijzigingen nieuwe wetgeving vereisen. Tegelijkertijd worden gemeenten en provincies geconfronteerd met lagere bijdragen uit het Gemeentefonds en efficiëntiekortingen. Dit leidt tot financiële knelpunten, waardoor bezuinigingen soms ook raken aan voorzieningen waarvoor de SPUKs bedoeld zijn. Diverse gemeenten signaleren een aanzienlijke financiële uitdaging, ofwel een ‘ravijn’ dat in de komende jaren zal ontstaan. Emeritus-hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga noemt deze situatie zelfs ‘onrechtmatig’.
Dubbele vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt
Overheden krijgen te maken met de groeiende groep ouderen die vaker een beroep doen op sociale voorzieningen, zorg en welzijnsdiensten. Tegelijkertijd krimpt het aantal werkenden, waardoor de druk op beschikbaar personeel toeneemt. Dit versterkt de bestaande knelpunten: overheden moeten meer doen met minder mensen en middelen in een al ingewikkeld systeem. Het risico bestaat dat hierdoor de dienstverlening aan kwetsbare groepen zoals ouderen, verder onder druk komt te staan. De kloof tussen beleid en uitvoering wordt groter, zo stelt bestuurskundige Paul ’t Hart.
De vergrijzing speelt hierin een belangrijke rol: binnen 10 tot 15 jaar wordt een hoogtepunt bereikt. Daarbij neemt het aandeel 80-plussers binnen de groep 65-plussers ook toe; een fenomeen dat bekend staat als dubbele vergrijzing. Op basis daarvan valt te verwachten dat het aantal huishoudens waarin een van de leden een fysieke beperking heeft, zal groeien. Nederland wordt richting 2050 structureel een oudere samenleving, zo stelt de staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 in haar rapport ‘Gematigde groei’.
De overheid kán de huidige opgaven niet realiseren door steeds meer mensen in te zetten, zeker niet met krapte op de arbeidsmarkt. Er is een ‘dominante, mechanische manier van denken’, aldus bestuurskundige Jaring Hiemstra. “Diepgaande verbetering en een nieuw perspectief op organiseren is nodig.” Het is daarbij zorgelijk dat de bureaucratische processen voor sommige ict’ers juist reden zijn om te vertrekken bij de overheid, stelt de WRR. De WRR raadt het Rijk ook aan om de arbeidsmarktproblematiek breder te bezien: met de huidige krapte op de arbeidsmarkt is een “gecoördineerd wervings- en personeelsbeleid” nodig, zodat verschillende onderdelen van de Rijksoverheid elkaar op een langdurig krappe arbeidsmarkt niet in de wielen rijden.
Overheden moeten méér doen met minder mensen en middelen in een al ingewikkeld systeem
De (dubbele) vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt leggen druk op de samenleving en vragen om een fundamenteel andere benadering. Echter, beleid vormgeven met meer regels, toezicht en controle leidt juist tot meer complexiteit en onuitvoerbaarheid. Dit patroon is zichtbaar in vrijwel alle domeinen van de overheid.
Implicaties voor overheidscommunicatie
Nieuwe regels binnen bestaande structuren zorgen voor complexiteit. Begin in je eigen organisatie aan een cultuur van versimpeling. Leg keuzes helder uit. Focus daarbij op (maatschappelijke) doelen in plaats van op regels, want de pijn van complexiteit raakt uiteindelijk de burger.
Decentralisatie en versnippering vergroten de complexiteit en verwarring. Stem communicatie af met gemeenten, provincies en uitvoeringsorganisaties. Bied inwoners één duidelijk aanspreekpunt. Zoek oplossingen dwars door overheden heen en agendeer knelpunten.
Botsende verantwoordelijkheden leiden tot moeilijk oplosbare problemen. Verschuil je niet achter verantwoordelijkheden. Versnipperde initiatieven en ‘sorry communicatie’ bieden burgers weinig houvast. Val niet terug op lege excuses, maar adresseer ongemak en problemen. Durf te experimenteren en beloon initiatieven die tot betere maatschappelijke uitkomsten leiden. Neem initiatief om bruggen te slaan binnen en tussen organisaties.
Er is behoefte aan ruimte om te innoveren en samen te werken. Stimuleer innovatie en samenwerking. Werk waar mogelijk multidisciplinair samen. Breng collega’s en partners bij elkaar en deel initiatieven. Geef vertrouwen en maak ruimte voor nieuwe aanpakken.
Tekorten aan menskracht verzwakken de uitvoeringskracht. Investeer in werving en behoud van (jonge) mensen bij de overheid. Richt arbeidsmarktcommunicatie gecoördineerd in, zodat overheden elkaar niet beconcurreren.