Bekijk hier een checklist om je eigen burgerbrief te kunnen beoordelen.

Selecteer de juiste informatie

  • Bepaal het doel van je brief.
  • Verdiep je in je lezer: wat weet je van deze lezer?
  • Reageer je op een klacht? Erken dan de emotie van de lezer.
  • Ga na waarom je lezer de informatie nodig heeft.
  • Bedenk welke informatie je lezer nodig heeft.
  • Beantwoord in de rest van de tekst de vragen die jouw lezer bij die boodschap heeft.

Kies een aantrekkelijke vorm

  • Zet een duidelijk onderwerp boven je brief, niet langer dan drie woorden.
  • Herhaal in de eerste alinea de vraag, klacht of opmerking van de burger, in je eigen woorden.
  • Reageer zo snel mogelijk met een duidelijk antwoord.
  • Kies een opbouw die logisch is voor de lezer.
  • Zet informatie die bij elkaar hoort bij elkaar.
  • Maak voor elke vraag die je beantwoordt een aparte alinea.
  • Begin elke alinea met de belangrijkste zin, de kernzin. De rest is toelichting of onderbouwing.
  • Zet witregels tussen de alinea’s.
  • Voeg informatieve en uitnodigende tussenkopjes toe die de rode draad zichtbaar maken.
  • Zet opsommingen van meer dan twee delen in bullets.
  • Vermeld eventuele bijlagen.

Schrijf in begrijpelijke taal

  • Gebruik alledaagse taal.
  • Zet alleen vaktermen in je tekst als het moet.
  • Schrijf afkortingen (eerst) voluit.
  • Gebruik steeds hetzelfde woord voor hetzelfde begrip.
  • Formuleer concreet.
  • Maak eenvoudige zinnen.
  • Schrijf actief.
  • Gebruik correcte taal.
  • Kies je woorden zorgvuldig.
  • Houd er rekening mee als je lezer moeite heeft met lezen.
  • Formuleer positief.
  • Spreek je lezer aan waar dat kan.