Dilemmalogica in Kamerbrieven

Dilemma’s erkennen en bespreken helpt om elkaar beter te begrijpen. Deze ‘dilemmalogica’ wordt ook toegepast in Kamerbrieven. Zoals in deze voorbeelden van voormalig ministers Dekker, Koolmees en Visser.

Adoptie: betrouwbare afspraken

Begin juni 2021 stuurt de minister voor Rechtsbescherming een brief aan de Tweede Kamer over de toekomst van interlandelijke adoptie (31 265 nr. 93). Hij kiest er nadrukkelijk voor om – op verzoek van de Tweede Kamer om een visie – de dilemma’s van het vraagstuk centraal te stellen:

  • het belang van het kind op micro- versus macroniveau,
  • selectie van landen: extra waarborgen versus subsidiariteit, en
  • hervorming stelsel en intensivering toezicht versus teruglopende aantallen.

In NRC Handelsblad van 6 september zegt hij hierover: “Zelf zou ik wensen dat ik het vaker had gedaan, want ik heb gezien hoe goed het kan helpen als je mensen deelgenoot maakt van je overwegingen. Met landen als Amerika kun je afspraken over adoptie maken. Maar is het dan wel logisch om uit die landen kinderen te adopteren? Landen zonder functionerend rechtssysteem – daar heb je de schrijnendste gevallen. Maar je kunt geen betrouwbare afspraken maken en de weeshuizen komen vol te liggen met kinderen die ter adoptie worden aangeboden. Ik had tegen de Kamer kunnen zeggen: we gaan ermee door of we gaan er niet meer door: schiet u maar. Door de dilemma’s op tafel te leggen, kwam er een veel zinvollere discussie.”

TBS-beleid: altijd incidenten

Toenmalig minister Sander Dekker wordt in hetzelfde NRC-interview ook aangesproken op TBS-beleid. Ook daar doen zich onophoudelijk spanningen voor met uitgesproken opvattingen, vaak ook ingegeven door ingrijpende, tragische incidenten.

Hij zegt daarover: “Politiek is het een zeer beladen thema en op een gegeven moment stond ik om de week ik de Kamer uitleg te geven over weer een incident met een tbs’er op verlof. (…). Toen ik na de moord van de ene tbs’er op de andere in Lelystad voor de zoveelste keer boze vragen van Kamerleden stond te beantwoorden, heb ik uiteengezet dat we jaarlijks met veertigduizend verlofbewegingen te maken hebben. En ja, in dertig tot veertig gevallen gaat het fout. Dat kan ik niet voorkomen, tenzij we het hele systeem dichtzetten. Nooit meer iemand op verlof. Dan legt geen rechter nog tbs op en is het systeem kapot. Is Nederland dan veiliger? Bij gewone gevangenisstraf is de recidive veel hoger. Ik zeg niet dat je niets moet doen, integendeel, en ik heb ook maatregelen genomen. Maar wel vanuit het fundamentele besef dat tbs niet zonder verlof kan en er altijd incidenten zullen zijn.”

Sociale zekerheid: de pendule slaat door

Minister Wouter Koolmees stuurt in 2021 enkele malen ‘dilemmabrieven’ aan de Tweede Kamer: over de WW-fraude door arbeidsmigranten en over het TOA (time-out arrangement) steunpakket voor jongeren en arbeidsmigranten. In de brieven legt hij varianten voor, met voor- en nadelen, en laat hij het besluit over aan de Kamer. In maart 2021 schrijft hij bijvoorbeeld over de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW): “Ik heb uw Kamer steeds meegenomen in de dilemma’s en keuzes in de NOW, in december heeft u hier voor het eerst een aparte brief over ontvangen. Met deze brief informeer ik u opnieuw over de diverse dilemma’s waarvoor ik de afgelopen periode gesteld ben en de afweging die ik daarin heb gemaakt. Om inzichtelijk te maken waar UWV op dit moment tegelijkertijd mee bezig is met betrekking tot de NOW, heb ik een bijlage toegevoegd met een schematische weergave van de planning.”

In NRC Handelsblad spreekt hij op 6 juni 2021 over een brief naar de Kamer waarin onderzoek naar wetgeving binnen het departement werd aangekondigd. “Het systeem moet menselijker”, zegt hij. Maar als we daarbij de fraudebestrijding helemaal uit het oog verliezen, slaat de pendule straks weer de ándere kant op. “Mensen die tussen wal en schip vallen, die moet je helpen. Maar we moeten misbruik van uitkeringen wel voorkomen. Zijn er voldoende prikkels om niet in een uitkering te blijven hangen als dat niet hoeft? Behoud je het draagvlak?”

Vraag van de journalist: “Is het draagvlak echt de grootste zorg? De omvang van de bijstandsfraude is beperkt, maar de schade van hard ingrijpen is enorm, hebben we gezien”. Koolmees: “Je zou inderdaad kunnen zeggen: een paar miljoen op een begroting van miljarden, waar heb je het over? Maar vaak zijn dit soort symbolen van oneigenlijk gebruik of fraude juist de grote boosmakers bij mensen die premies betalen om hun we op te kunnen bouwen. Dat wil je niet uit het oog verliezen.”

Vraag: “Dat klinkt als het sentiment dat ontstond na de Bulgarenfraude in 2013. De hele Kamer droeg toen aan op een strenge fraudeaanpak”. Koolmees: “Eens: die ervaring heb ik als kamerlid ook gehad, dat het heel snel de ene kant op kan gaan. En dat je weinig oog hebt voor de complexiteit die daaronder ligt. Ik wil absoluut niet zeggen dat er geen hardheid is die je eruit moet halen. Maar als de pendule nu doorslaat naar de andere kant krijg je ov er twee jaar onherroepelijk weer andere verhalen. Dan komen er voorbeelden waarover men zal zeggen: ‘dit is naïef, hier wordt misbruik van gemaakt. ’En dat is niet goed voor de solidariteit, juist als je onze zekerheid overeind wilt houden.”

Infrastructuur: renoveren of vernieuwen

Het geld voor vernieuwing bruggen raakt op. Minister Barbara Visser van I&W stuurt eind oktober 2021 een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze aankaart dat het onmogelijk is om zowel de verouderde infrastructuur te onderhouden en te vervangen, als nieuwe wegen, spoorlijnen en vaarwegen aan te leggen. Tenzij er geld bij komt: “Je kunt een euro maar één keer uitgeven en een te krappe beurs betekent pijnlijke keuzes maken met gevolgen voor de bereikbaarheid van ons land. Het is een afweging tussen extra investeren, meer storingen en gebreken accepteren of stoppen met de aanleg van nieuwe infrastructuur. Het is aan een nieuw kabinet om die afweging te maken.’

Zonder extra geld zal de kwaliteit van de infrastructuur dalen, stelt de minister, en dat zal gepaard gaan met aanzienlijke hinder en economische schade: meer files en wachttijden, bijvoorbeeld voor sluizen, storingen op het spoor, omleidingen bij onverwachte werkzaamheden en eventuele wateroverlast. Als de politiek daarvan schrikt en ervoor kiest om de kwaliteit van de infrastructuur op peil te houden zal dat weer ten koste gaan van nieuwe plannen. De vrije investeringsruimte voor de aanpak van nieuwe knelpunten wordt dan nog kleiner dan deze nu al is. Terwijl uit analyses van het kabinet blijkt dat de mobiliteit de komende jaren zal blijven groeien, en er ook veel infrastructuur zal moeten worden aangelegd als het kabinet ernst maakt met de bouw van een miljoen woningen.