Schrijf zoveel mogelijk in actieve zinnen. Passief schrijven maakt je teksten afstandelijker en vager. Het kost je lezer dan meer tijd en energie om je tekst goed te begrijpen.
Vermijd zinnen met 'worden'
In een actieve zin is meteen duidelijk wie iets doet. Bijvoorbeeld in de zin Joost schrijft een beleidsnotitie. Maak je de zin passief, dan verdwijnt Joost naar de achtergrond: De beleidsnotitie wordt geschreven door Joost. Of Joost verdwijnt helemaal: De beleidsnotitie wordt geschreven. Wat in de actieve zin het lijdend voorwerp was, de beleidsnotitie, is in de passieve zin het onderwerp. Daarom noemen we dit ook wel de lijdende vorm.
Soms weet je niet wie de handelende persoon is, of doet het er niet toe wie dat is. Dan kan de passieve vorm nuttig zijn. Bijvoorbeeld in de zin Morgen wordt er aan de weg gewerkt. Maar dit zijn uitzonderingen. Schrijf dus zo actief mogelijk. Lees meer over de passieve (lijdende) vorm op de website van de Taalunie.
Tip! Zoek met CTRL+F in Word op word. Je ziet dan elke vorm van het werkwoord worden in je tekst. Probeer zoveel mogelijk van deze vormen te schrappen.
Laat werkwoorden zoveel mogelijk werken
Een andere vorm van passief schrijven krijg je als je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maakt: het schrijven, de bevinding. Het werkwoord ‘werkt’ dan niet meer, want je hebt er een ding van gemaakt. Bijvoorbeeld in de zin Het schrijven van een beleidsnotitie wordt door Joost gedaan. Joost schrijft dan niet meer, maar ‘doet’ aan schrijven.
|
Actief |
Wij bespreken dit punt morgen. |
|
Passief |
Dit punt zal morgen worden besproken. |
|
Naamwoordstijl |
Er is morgen een bespreking over dit punt. |
De zin Er is uitstel van betaling gevraagd is minder duidelijk dan: Wij hebben de leverancier gevraagd of wij de factuur een week later mogen betalen. Mijd zinnen met zo'n nominalisatie of naamwoordstijl dus zo veel je kunt. Op de website van de Taalunie lees je meer over de naamwoordstijl.
Tip! Zoek met CTRL+F in Word op ing. Je ziet dan al veel zelfstandige naamwoorden waar je weer een werkwoord van kunt maken. Of zoek op werkwoorden zoals uitvoeren, gebeuren, geschieden, en plaatsvinden. Daar staat bijna altijd een nominalisatie bij in de buurt.
Voorbeelden actieve zinnen
|
Liever niet |
Maar wel |
|
Uw aanvraag wordt volgende week door ons in behandeling genomen. |
De afdeling Subsidies behandelt uw aanvraag volgende week. |
|
Er vindt wekelijks overleg plaats. |
De leden van het managementteam overleggen wekelijks met elkaar. |
|
Er wordt zo snel mogelijk voor een oplossing gezorgd. |
We lossen dit zo snel mogelijk voor u op. |