Tips voor inclusieve communicatie

Bewust of onbewust hebben we allemaal vooroordelen. Het is goed om je daarvan bewust te zijn. Deze 10 tips helpen je om je communicatiemiddelen zo inclusief mogelijk te maken.

Tien tips voor inclusieve communicatie

  1. Breng belangrijke informatie onder de aandacht op natuurlijke momenten. Dus op het moment dat het er toe doet. Bijvoorbeeld bij levensgebeurtenissen zoals trouwen, werkloosheid, een kind krijgen.
  2. Bied informatie toegankelijk en in verschillende vormen aan (tekst, beeld, video's, spraak). De een heeft liever tekst. De ander beeld. Er is niet een standaardoplossing. Vraag aan de mensen om wie het gaat, met welke vormen zij het meest zijn geholpen.
  3. Bied informatie aan in een eenvoudige taal (het liefst taalniveau A2), zodat mensen die de Nederlandse taal niet goed kennen of laaggeletterd zijn, het ook begrijpen.
  4. Geef informatie zo mogelijk in verschillende talen. Veel mensen kennen de Nederlandse taal (nog) niet voldoende. Kijk voor wie de informatie belangrijk is en of er naast Nederlands een andere taal extra nodig is. Meer informatie staat in het vertaalbeleid. Vergeet ook gebarentaal niet voor doven en slechthorenden.
  5. Gebruik neutrale woorden. Ga uit van de gelijkheid van alle mensen. Gebruik geen woorden die stereotypen bevestigen of negatieve verwachtingen oproepen. Gebruik bijvoorbeeld 'beste bewoner' in plaats van 'beste heer, mevrouw'. 
  6. Gebruik geen stereotype beelden. Zet bijvoorbeeld niet altijd een standaardgezin met een vader, moeder en twee kinderen in. Breng ook 2 vaders met hun kinderen, mensen met verschillende huidskleuren en verschillende typen mensen met en zonder beperkingen in beeld.
  7. Zorg in alle communicatiemiddelen voor verschillende contactmogelijkheden. Stuur mensen niet alleen naar een website. Geef ook offline alternatieven, zoals een telefoonnummer of een loket waar mensen terechtkunnen voor vragen.
  8. De afstand tot de (Rijks)overheid is voor veel mensen groot. Betrek daarom formele en informele instanties en organisaties. Zij bereiken bepaalde groepen wel. Zet dus niet alleen eigen kanalen in, maar verspreid informatie ook via andere organisaties. Of ga in gesprek met 'informele helpers'. Dit zijn mensen die vaak al helpen, zoals familieleden, mantelzorgers of buren.
  9. Er is maar 1 manier om erachter te komen of jouw communicatie goed begrepen wordt. Test je informatie onder de mensen die je wilt bereiken. Juist ook die mensen waarvan je weet dat zij voor de overheid lastig te bereiken zijn of meer moeite hebben met jouw informatie. 
  10. Controleer of er geen mensen vergeten zijn die ook bereikt moeten worden. Hebben deze mensen toegang tot de informatie? Wordt de informatie op de juiste manier en via het juiste kanaal aangeboden?